- Telefonische aanmelding
De verwijzer meldt de cliënt telefonisch (03/ 256 91 00) aan bij het CGG.
Een administratief medewerker maakt een elektronisch patiëntendossier (EPD) op en maakt een zorgperiode aan. Wanneer er binnen de maximale termijn van 6 weken een oriënteringsgesprek in het gewenste jeugdteam kan doorgaan, wordt er een telefonische screening ingepland bij de screeners, hulpverleners in Antwerpen of de hulpverleners in Zoersel.
Indien er geen oriënteringsgesprek kan gegeven worden binnen de voorziene termijn in het gewenst jeugdteam gaat de verwijzer opzoek naar alternatieven.
- Telefonische screening
Het doel van dit proces is louter om in te schatten of de problematiek en de hulpvraag waarmee de verwijzer zich aanmeldt in het CGG van die aard is dat die in aanmerking komen voor behandeling in een tweedelijns ambulant gespecialiseerd, multidisciplinair CGG -team. Het is een coördinerend gesprek waarin beslist wordt of er een oriënteringsgesprek kan plaatsvinden.
De telefonische screening duurt ongeveer 15minuten waarbij volgende vragen richtinggevend zijn:
- Waarom dacht u als verwijzer aan het CGG voor gespecialiseerde ambulante hulp?
- Welke hulpverlening is reeds betrokken en wat lijkt u nog wenselijk naast het CGG?
- Bent u als verwijzer betrokken en heeft u voldoende informatie over de cliënt, cliëntsysteem om de aanmelding te staven?
- Is de cliënt/cliëntsysteem op de hoogte van de aanmelding en zijn de zorgen besproken? Heeft de cliënt ZELF een hulpvraag rond de problematiek?
- Stemt het gezin, kind en uder(s) toe naar meer intensieve gespecialiseerde hulpverlening? Is de cliënt/ cliëntsysteem voldoende geïnformeerd over onze werking?
- Is er voldoende therapeutische ruimte en stabiliteit om aan de slag te gaan binnen CGG kader. Is er voldoende veiligheid in context? Partners betrokken indien onveiligheid.
Wanneer er niet voldaan wordt aan de aanmeldingscriteria wordt er geen oriënteringsgesprek aangeboden en gaat de verwijzer verder aan de slag met de hulpvraag buiten CGG vagga.
- Oriënteringsgesprek
Het doel van een oriënteringsgesprek (OG) is om verder te bepalen dat jullie (verwijzer- cliënt en cliëntsysteem) op de juiste plaats zitten. Het oriënteringsgesprek is een proces van verdere vraagverheldering waarbij de noden en de wensen van de cliënt(systeem) centraal staan, wat de krachten zijn, welke ondersteuning en hulpverlening er heden aanwezig en welke er ontbreekt.
Bij het OG hoeven jullie nog niet jullie hele verhaal te brengen, maar wel wat jullie bezorgdheden en verwachtingen zijn op dit moment. Jullie ruimer verhaal zal een plaats krijgen bij de indicatiestellingsfase, als jullie hier een traject starten.
De hulpverleners van het CGG gaan ook hun verwachtingen (bv: betrokkenheid ouders) duidelijk communiceren tijdens het oriënteringsgesprek.
Het oriënteringsgesprek betekent nog geen start in CGG Vagga, dit wordt (idealiter) op het einde van de OG beslist waarbij de onthaalbrochure jeugd wordt meegegeven.
Indien we na het oriënteringsgesprek besluiten dat CGG Vagga niet de geschikte plek voor hulp blijkt, dan proberen we met jullie na te denken over gepaste hulp.
- Indicatiestellingsfase
Naast de intake worden er nog (minstens) 3 gesprekken gepland om verder kennis te maken en de reden van aanmelding verder te exploreren. Naast inhoudelijke aspecten wordt er ook gekeken naar de motivatie en bereidheid tot opstart therapie van de cliënt en het cliëntsysteem. De gesprekken binnen de indicatiestellingsfase plannen we snel en kort als mogelijk na elkaar in.
De therapeut en de cliënt(systeem) gaan, indien gewenst samen met collega’s uit het multidisciplinair team (kinder- en jeugdpsychiater, psychologisch consulent, maatschappelijk werker..), de hulpvraag verder verduidelijken. In deze fase verzamelen we de nodige informatie ( voorgeschiedenis, co-morbide problemen, thuiscontext, sociaal netwerk..)om een beter beeld te krijgen over de cliënt.
Ook de haalbaarheid om therapie op te starten wordt in deze fase goed afgetoetst. De frequentie van minimaal om de twee weken een therapeutische gesprek is hierbij het uitgangspunt. Uit ervaring weten we dat deze frequentie noodzakelijk is voor een goede therapie opstart.
- Teamevaluatie
De indicatiestelling wordt op het multidisciplinair team besproken en wordt er beslist of er een verder therapeutisch traject en dus behandelaanbod start binnen het CGG.
Wanneer opstart behandelfase wordt en een behandelplan opgemaakt. Er wordt voor ieder een aangepaste behandeling ( individueel, groep, ouder-kind…) aangeboden in overleg met de cliënt. De behandeling loopt zo lang als nodig maar onder andere door werken met haalbare doelstellingen en regelmatige evaluatie, ook zo kort als mogelijk.
Indien er geen opstart van behandeling is, wordt de reden hiervoor duidelijk besproken en wordt er een gericht en gepast advies meegegeven aan de cliënt, cliëntsysteem en de verwijzer .