Via een speelse, actieve en kindgerichte benadering (veel ‘doen’ en niet alleen ‘praten’) helpen we kinderen doorheen de therapie om hun (relationele) moeilijkheden/zorgen en de daarmee samenhangende negatieve emoties te delen met hun ouders. Tegelijkertijd helpen we ouders hier via emotie-coaching op een sensitieve en responsieve manier op te reageren, zodat het kind zich gehoord, begrepen en erkend voelt, en verder kan. De opluchting die met dit soort succesvolle zorginteracties gepaard gaat (zowel voor het kind die dan de stress niet alleen draagt als voor de ouder die ervaart er op een helpende manier voor het kind te kunnen zijn) kan zo geleidelijk aan de plaats innemen van de aanwezige angst om niet gehoord te worden (kind) of niet te kunnen helpen (ouder). We proberen deze manier van omgaan met elkaar in de therapiekamer dan ook zoveel mogelijk te oefenen en na te denken over hoe we ook in de thuiscontext en op school dit soort helpende zorginteracties kunnen installeren. Daar kan een verwijzer ons vaak bij helpen.
Op deze manier wil MCABFT het vertrouwen van het kind in ouderlijke zorg versterken, wat de kans groter maakt dat het kind op moeilijke momenten ook effectief steun zal zoeken bij de ouder(s). Ook de ouder ontwikkelt opnieuw meer vertrouwen in zichzelf als zorgfiguur en krijgt handvatten aangereikt bij de complexe taak om te zorgen voor een kind met moeilijkheden op vlak van gedrag en emoties.
Eens we dit in meerdere of mindere mate gerealiseerd krijgen, zien we vaak ook een duidelijke afname van de klachten waarmee het kind aanvankelijk werd aangemeld. Los daarvan is deze nieuwe manier van omgaan met elkaar een beschermende factor tegen de (verdere) ontwikkeling van psychische problemen wanneer het kind (opnieuw) geconfronteerd wordt met stress.
We nemen in het eerste gedeelte van de therapie ruim de tijd om te exploreren wat er in de weg staat om stress te delen (langs de kant van het kind) en wat het moeilijk maakt om deze onderliggende stress te zien en er zorgzaam op te reageren (langs de kant van de ouder). In een aantal gesprekken met de ouder(s) alleen staan we in dat verband stil bij de vaak complexe en stressvolle leefsituatie van de ouder(s) en het gezin, de vaak grote impact van de problematiek van het kind, en hoe dit alles het gewenste of gedroomde ouderschap in de weg staat. We spreken met de ouder(s) ook over hun eigen ervaringen met (gebrek aan) zorg in de kindertijd en hoe dit hen beïnvloedt in de omgang met hun eigen kind.
Meestal zien we in deze exploratiefase dat er sprake is van een relationele dynamiek tussen ouder en kind waarin de onvermijdelijke dagdagelijkse misverstanden in de communicatie rond zorg het wederzijds wantrouwen en onbegrip versterken en de afstand tussen de gezinsleden steeds groter dreigt te worden. In de therapie proberen we dit patroon eerst goed scherp te krijgen om vervolgens samen naar manieren te zoeken om deze dynamiek een halt toe te roepen, eruit te blijven op moeilijke momenten en manieren te zoeken om anders te reageren. Eens deze horde van de relationele thema’s genomen, komt er in de therapie meer ruimte voor andere (niet in de ouder-kind relatie) bronnen van stress bij het kind.